Geschiedenis Reykjavik
Ingólfur Arnarson, het Noors stamhoofd zou de eerste kolonist zijn die zich in IJsland heeft gevestigd. Als we het Middeleeuwse boek Landnámábok mogen geloven zou hij, toen hij de kust naderde, twee heilige houten balken over boord gegooid hebben. Deze houten balken zouden gewijd zijn aan de god Thor. De Noor zweerde daarna dat hij zijn boerderij zou bouwen op de plaats waar de houten balken aan zouden spoelen. Het waren uiteindelijk enkele van zijn slaven die een paar jaar later de houten balken terugvonden aan de zuidoostelijke kant van de baai Faxaflói. Ingólfur vestigde er zich uiteindelijk in 877 en gaf de plaats de naam Reykjavik.
Tot in de achtiende eeuw was Reykjavik niet meer dan een dorpje met wat boerderijen. 1752 was echter een keerpunt in de geschiedenis van Reykjavik. Het plaatsje werd toen door de Koning van Denemarken aan de Innréttingar Corporatie gegeven. De leider, Skúli Magnússon, nam de plaats stevig onder handen en stichtte er een wolweverij en -ververij en een touwfabriek. Gezien de ligging van de stad was het ook logisch dat de inwoners zich eveneens bezig zouden houden met visserij, het mijnen van zwavel, agricultuur en de scheepsbouw.
Reykjavik moest wachten tot 1768 alvorens het stadsrechten verkreeg. De plaats bleef wel gewoon onderworpen aan de Deense kroon en telde in deze periode zo’n 170 inwoners. Toch bleef de stad langzaam maar zeker groeien tot een paar decennia later de regeringszetels en onderwijsinstellingen naar deze plaats verhuisden. Enkele van de instanties die naar deze stad verhuisden waren het Alþing of parlement, het hooggerechtshof, de bisschopszetel en de Latijnse en de theologische school. De komst van deze instanties gaf de stad een grote boost en in 1900 telde het reeds 6300 inwoners. In 1911 werd uiteindelijk ook de universiteit van Reykjavik opgericht.
IJsland werd in 1918 en meer bepaald op 1 december een soevereine staat onder de Deense kroon. In de daarop volgende jaren was vooral de kabeljauwvisserij een bijzonder belangrijke bron van inkomsten van de inwoners van de stad. En hoewel alles op het eerste zicht goed leek te gaan zorgde de zogenaamde “Grote Depressie” voor een aanzienlijke werkloosheid. De onvrede bij de werklieden nam toe en dat zorgde als vanzelfsprekend voor de nodige opstanden.
Vier oorlogsschepen die als doel hadden om de IJslandse hoofdstad te veroveren legden uiteindelijk in 1940 aan in de haven van Reykjavik. Er was geen gewapend verzet en nauwelijks een paar uur later was de stad al volledig in handen van de geallieerden. De Britse regering had IJsland al meerdere malen verzocht zich bij hen aan te sluiten, maar het land koos er steevast voor om neutraal te blijven. In de daarop volgende oorlogsjaren bouwden de Britten en Amerikanen tal van basissen in Reykjavik. De toevloed van Engelse en Amerikaanse soldaten zorgde ervoor dat er op dat ogenblik evenveel buitenlandse militairen als IJslanders in de stad aanwezig waren.
Hoewel IJsland voor een eventuele bezetting vreesde kwam het, het land uiteindelijk alleen maar ten goede. De werkloosheid verdween en er werd door de Britten een luchthaven in de stad gebouwd. Even later waren het de Amerikanen die in Keflavík de internationale luchthaven van het land bouwden. Beide luchthavens zijn vandaag de dag nog steeds in gebruik en de luchthaven in Keflavík is nog steeds de belangrijkste van het land. In 1944 wordt IJsland uiteindelijk een republiek. De koning werd daarmee vervangen door een democratisch verkozen president.
Reykjavik diende uiteindelijk te wachten tot in de jaren na de oorlog alvorens het echt tot bloei kwam. IJslanders kwamen van overal in het land naar de hoofdstad om er zich te vestigen. De stad maakte ook op de jongeren een grote indruk waardoor het zich langzaam maar zeker wist uit te bouwen tot een moderne stad.
Vanaf dit ogenblik was de IJslandse hoofdstad “de” plaats waar tal van grote en belangrijke evenementen plaatsvonden. Eén van die evenementen was zonder enige twijfel de legendarische schaakpartij tussen de Amerikaan Bobby Fischer en de Rus Boris Spassky. Reykjavik bleef groeien tot uiteindelijk in 1986 de internationale status van de stad opmerkelijk duidelijk werd toen de top tussen Ronald Reagan, president van de VS en Michail Gorbatsjov, president van de toenmalige Sovjet-Unie er werd gehouden.
Vandaag de dag is Reykjavik meer dan ooit een bruisende en moderne hoofdstad van waaruit toeristen tal van excursies kunnen maken naar de omliggende plaatsen. Een bezoek aan IJsland begint vaak in de hoofdstad van waaruit eveneens goede vliegverbindingen terug te vinden zijn met het in het noorden van het land gelegen Akureyri. Internationale vluchten komen ook vandaag nog steeds aan op de luchthaven van Keflavík.